Persoonlijk,  Sport

5KM knallen op de Marikenloop

Ik had altijd een hekel aan hardlopen. Vreselijk vond ik het. Ik kreeg het niet voor elkaar en was na één minuut hardlopen al kapot. Echt trainen deed ik dan ook niet. Zo af en toe gaf ik het weer eens een kans en had dan meteen spijt. Vervolgens belandde de hardloopschoenen weer voor een halfjaar of langer in de kast. Op een gegeven moment besloot ik daar toch maar eens verandering in te brengen. Drie keer per week. Dertig minuten. En dan het liefst vijf kilometer.

Dat ging natuurlijk niet aan één stuk. Maar ik probeerde het op te bouwen door middel van mijn eigen intervaltraining. Bij mij was interval altijd anders. Eén minuut hardlopen en dan weer twee wandelen. Twee hardlopen, vier wandelen. Tien hardlopen, één wandelen. Nou goed, sloeg nergens op dus.

Toen ik net aan de prednison was kon ik ineens achttien minuten hardlopen. Gekkenhuis. Maar dat feest was dan ook snel over toen ik dat paardenmiddel niet meer slikte. Ik wilde wel in shape blijven, of ja… en poging doen om in shape te komen. Ik begon daarom met Personal Body Plan. Een traject van een halfjaar waarin je aan krachttraining doet. Dat was ik na een halfjaar ook wel weer zat omdat ik mezelf drie tot vier keer per week verplichtte naar de sportschool te gaan maar daar eigenlijk helemaal geen zin in had.

Sinds begin februari van dit jaar ben ik weer gaan hardlopen met een vriendinnetje. Dit keer serieus. Met een trainingsschema en alles. Drie keer per week en dan heel langzaam opbouwen. Ik weet nog dat we voor het eerst zeven minuten achter elkaar moesten hardlopen. Wat zagen we daar tegenop! We waren dan ook verbaasd dat dat ons zo gemakkelijk lukte. Die zeven minuten werden er twaalf, twaalf werd vijftien, vijftien werd eenentwintig… Ga zo maar door tot dertig minuten. DERTIG! Mijn god. Maar het is ons gelukt.

Ik had als doel om ooit een hardloopwedstrijd te doen. Dat was ook mijn stok achter de deur om goed door te blijven trainen; ik moest mijn doel behalen. Samen met mijn nicht (die gewoon lekker een 21 km kan lopen) schreven we ons in voor de vijf kilometer van de Marikenloop in Nijmegen. Spannend! Op de dag van de loop was ik best een beetje zenuwachtig. Ik had al even niet getraind. Zou dat dan wel goedkomen?

De sfeer zat er bij aankomst al lekker in. Echt een festivalsfeertje. Nadat we de Asics-stand hadden leeggekocht en nog wat fruit naar binnen hadden gewerkt, konden we richting de start. Als een soort kudde koeien liepen honderden vrouwen het warming-up-veld op. Dat was me iets te veel van het goeie dus ik heb lekker nog even de laatste appjes de deur uit gedaan en verder een beetje met m’n hoofd in de zon staan koekeloeren.

Nadat de opwarming was afgelopen kon het dan toch echt beginnen. Klaar voor de start? Af. Runkeeper aan (want iedereen moet wel kunnen zien hoe hard ik heb gelopen) en gaan. We begonnen goed. Tempo was chill en mijn ademhaling bleef prima. Ik dacht: dit ga ik makkelijk uitlopen. Eitje.

Wat gemeen is aan de Marikenloop is dat er stiekem best een helling in zit. Vals plat. Die zie je niet, maar je voelt ‘m wel. Daarnaast heb je na twee kilometer een stuk onverhard. Dát is wennen! En pittig. Mijn mild ging behoorlijk zagen dus zette ik mijn nagels in mijn duim om de pijn te verleggen. Ik had maar een doel en dat was binnen 35 minuten finishen. Hoppa. Gaan.

Die laatste twee kilometer waren de zwaarste die ik ooit liep denk ik. Ik kon niet meer maar wilde niet opgeven. Of ik kon nog wel maar dacht dat ik niet meer kon. Enfin ik huppelde nors verder tot de finish dan toch echt in zicht was. Samen met m’n nicht trokken we een sprintje. Dat laatste restje energie dat ik in mijn lijf had kon er ook nog wel uit. Ik rende over de finish, stopte en dacht: oh, oh… teiltje? Maar het bleef binnen. Beetje water en chillen deden wonderen. En mijn tijd? 32 minuten en 40 seconden. Halleluja!

Wát een ervaring. En wát een overwinning op mezelf. Mijn lijf mag dan af en toe lastig zijn, maar een nette tijd neerzetten kan gewoon als je Crohn hebt hoor! Het geeft ook direct zoveel motivatie om door te trainen. Op naar de 10?

6 Comments

Geef een reactie