Mijn verhaal #5

Je kop in het zand steken

Samen met mijn beste vriendinnetje paste ik een paar weken op in een huis. Ik zou later dat jaar ook samen met haar en mijn moeder op vakantie gaan naar Samos. Ik zat op de bank toen mijn moeder me belde. De arts had gebeld. Hij wilde toch wel graag zijn excuses aanbieden, want hij was nogal geschrokken van mijn bloeduitslagen. In plaats van een normale CRP-waarde van 10 of minder, was mijn CRP-waarde 178. CRP-waarde staat voor C-reactive proteïne. Een eiwit dat door je lever wordt aangemaakt als reactie op een ontsteking of infectie.

Het leek hem toch wel verstandig om verdere onderzoeken te gaan doen. Een darmonderzoek en een MRI-scan wel te verstaan. Ik denk dat ik ergens op dit punt onbewust al wist wat er aan de hand was, maar zolang het nog niet was bevestigd door een arts wilde ik het niet horen. Het darmonderzoek moest snel plaatsvinden en er zouden hapjes uit mijn darm worden genomen. De voorbereidingen van dit feestje waren een en al plezier. Ik mocht anderhalve dag van te voren niet meer eten en moest een of ander smakelijk poedertje drinken in combinatie met drie liter water per dag. Dat is veul. Als het ware spoel je jezelf schoon van binnen. Dat geeft dan wel weer een goed gevoel.

De dag van het onderzoek ging mijn nicht met me mee. Na (zoals gewoonlijk) lang wachten werd ik naar de afdeling gebracht waar ik een infuusnaaldje in m’n hand kreeg voor het roesje dat ze zouden toedienen. Vervolgens brachten ze me naar de onderzoekskamer. Het roesje werkte meteen. Ik werd een soort van semi-dronken. Maar dan op een leuke en prettige manier in plaats van duizelig en misselijk. Toen het onderzoek eenmaal begonnen was (ik bespaar je de details), ging ik hyperventileren. Ik kreeg mijn ademhaling niet onder controle en raakte in paniek. Er kwam een zuster tegenover mij zitten die me rustig probeerde te maken. Ik voelde gelukkig niets, ook niet van de hapjes die ze uit mijn darm haalden. Met een schuin oog keek ik mee naar het scherm dat boven mij hing en zag gele plekjes op mijn darmwand.

Het onderzoek was voorbij en ik mocht mijn roesje uitslapen op de afdeling. Na een tijdje mocht mijn nicht bij me komen. Ik weet nog dat we ons hardop afvroegen waarom je in hemelsnaam deze kant van de medische wereld op zou willen gaan als er zoveel specialisme te kiezen zijn. De specialiste zelf had daar ook niet echt een duidelijk antwoord op. Ik mocht weer naar huis, maar hetgeen waar ik echt blij om was: ik mocht weer eten. En hoe kun je dat beter vieren dan ff door de McDrive te rijden? Nou, niet.

De uitslag zou ik later krijgen en dus hield ik mezelf nog maar even voor de gek met de gedachte dat het gewoon een darminfectie zou zijn. De volgende dag stond er een heerlijk dagje ontspanning op het programma: de sauna. Kon ik goed gebruiken na de medische rollercoaster van de afgelopen dagen. Lekker chillen in een bubbelbad, lekker drijven in een zoutbad, zweten in de sauna, doodgaan in een ijskoud dompelbad. Heerlijk. Mijn buik was vrij onrustig de dag, niet zo gek ook na zo’n onderzoek. ’s Avonds besloten we nog een hapje te eten voordat we naar huis gingen. Kipsaté met pindasaus vond ik wel een goed idee. Dat was het ook, het was zalig, totdat ik thuis kwam. Ineens kreeg ik een van de meest helse buikpijnen die ik ooit had gehad. Enorme krampen, zoveel pijn dat ik echt moest schreeuwen. Als ik toen wist wat ik nu weet – namelijk dat ik niet meer tegen pindasaus kan – was de paniek misschien minder geweest. Ik was bij mijn moeder, maar wilde op de een of andere manier nog meer veiligheid om me heen. Uit een soort van pure paniek beval ik mijn vriend bijna om naar mij en mijn moeder te komen. Gek – maar ook enorm lief – als hij is stapte hij de auto in. Een klein uur later was hij bij me. De pijn was niet veel minder geworden, maar het feit dat hij er was maakte me wel een stuk rustiger.

Ik was inmiddels ook de nodige kilo’s afgevallen (helaas zitten die er wel weer aan), maar was in de veronderstelling dat dit kwam door al het fanatieke sporten dat ik deed. Ondanks dat ik vond dat ik er nooit beter uit had gezien, vlogen de je-bent-nu-wel-mager- en eet-je-wel-goed-opmerkingen me om de oren. Alle puzzelstukjes leken steeds meer op hun plaats te vallen, maar nog steeds had niemand hardop uitgesproken wat ik al een tijdje dacht.

Geef een reactie